Prehistorie is prehistorie, ook in Maleisië. Er werd niet geschreven en de deskundigen moeten het doen met wat ze vinden en weten te dateren. Gelukkig is en wordt er in Maleisië veel gevonden. Daardoor hebben we lange tijd gedacht dat de eerste mensen zo’n beetje veertigduizend jaar geleden zowel het schiereiland als Borneo betraden. Maar er waren al eerder mensen in de buurt.
In 2009 vonden archeologen op een site in Bukit Bunuh, Lenggong, een handbijl die was ingebed in suevit, een soort steen die ontstaat na een meteorietinslag. Na onderzoek in Japan bleek de steen 1.83 miljoen jaar oud – en het feit dat de handbijl was ingebed in de steen, wijst erop dat mensen al aanwezig waren voor de meteoriet insloeg. Dat maakt die handbijl het oudste bewijs van het bestaan van mensen ter wereld!
In Kota Tampan, niet al te ver bij Bukit Bunuh vandaan, is veel eerder, al in 1938, een andere belanrijke ontdekking gedaan: die van een werkplaats waar stenen gereedschappen werden gemaakt. De werkplaats is heel compleet en ziet eruit alsof de mensen die er werkten zo zijn opgestaan en weggelopen – en dat zou zomaar kunnen, want de werkplaats is bedekt door vulkanische as en waarschijnlijk zijn de mensen gevlucht voor een uitbarsting van een vulkaan op Sumatra. Tot nu toe werd de werkplaats 30- tot 40.000 jaar oud geschat, maar nieuw onderzoek wijst erop dat de laatste grote uitbarsting van die vulkaan op Sumatra 74.000 jaar geleden is – wat de werkplaats in één klap bijna dubbel zo oud zou maken….
De oudste gevonden en vooral meest complete restanten van de mens zelf werden ook in Lenggong opgegraven, niet ver van de vindplek van de handbijl. Het skelet van deze Perak Man is naar schatting tussen de 10.000 en 11.000 jaar oud. Hij was begraven volgens typisch Palaeolitische tradities: z’n graf was ongeveer een meter diep en meer dan 3700 rivierschelpen vormden de basis waarop het lichaam te ruste werd gelegd. Hij lag met z’n knieën tegen z’n borst gebogen en naast hem lagen twaalf stenen gereedschappen en voedsel in de vorm van schelp- en negen andere dieren. Daaroverheen kwam een laag grond.
De vondst van een graf dat zo compleet was, vormde op zichzelf al een feest voor de archeologen. Maar waarom was deze Perak Man zo rijk begraven? Allereerst zal zijn leeftijd een reden geweest zijn: Perak Man was naar schatting 45 jaar oud toen hij overleed – hoogbejaard in een tijd waarin de gemiddelde leeftijdsverwachting 25 jaar was. Hij was dus een wijs man, met bergen ervaring en kennis over jachtgebieden, medicijnen enzovoort. Hij zou heel goed een sjamaan geweest kunnen zijn. Dat zou hem in ieder geval een rol in de gemeenschap hebben gegeven, want van jagen moest Perak Man het niet hebben: hij was gehandicapt. Hij had een afwijking, Brachymesophalangia, die ervoor had gezorgd dat een deel van de botten aan de linkerkant van zijn lichaam korter waren dan die aan de rechterkant. De mensen van zijn stam moeten dus goed voor hem hebben gezorgd.
Vondsten in de grot waar Perak Man is gevonden, wijzen erop dat zijn stamgenoten op apen, tapirs en schildpadden jaagden. Ook verzamelden ze schelpen. Er zijn daar geen rotstekeningen gevonden, daarvoor moet je elders in Maleisië en vooral in Sabah en Sarawak zijn. Wonderbaarlijk genoeg zijn de meesten van die rotstekeningen helemaal niet oud: op sommigen staan fietsen en auto’s afgebeeld. Anderen vallen maar moeilijk te dateren, hoewel je over het algemeen kunt zeggen dat de houtskooltekeningen een stuk jonger zijn dan degenen die met het rode haematiet gemaakt zijn.
Perak Man en de werkplaats voor stenen gereedschappen van Kota Tampan zijn te zien in het Nationaal Museum (Muzium Negara) op Jalan Damansara. De opgravingen in Lenggong zijn te bezoeken. Men probeert de opgravingsplek tot Nationaal Erfgoed te laten benoemen, wat de plek zou beschermen tegen overijverige projectontwikkelaars, maar die strijd is nog niet gestreden.
No credit card required, unsubscribe at any time. pagevamp.com